Buitenspel? De leraar is juist aan zet!

Hoe een bewuste en beredeneerde keuze voor digitale adaptieve leermiddelen het onderwijs positief kan stimuleren en de rol van de leerkracht nog meer benadrukt.

In een recent (09/04/2019) verschenen artikel in het NRC roepen Jeroen van Dongen (hoogleraar Natuurkunde, Universiteit van Amsterdam) en Joke Voogt (hoogleraar ICT en Curriculum) op ‘de leraar niet buiten spel te zetten door een reken-app’[1]. Zij adviseren scholen, besturen en inspectie een pas op de plaats te maken en de hoge vlucht van het gebruik van ‘dit soort software’ in het onderwijs terug te draaien. Het type software dat zij in hun artikel specifiek benoemen is de adaptieve software van Snappet, dat inmiddels op ‘meer dan 2800’ scholen gebruikt wordt.

De auteurs stellen terecht enkele kritische vragen over de inzet van Snappet, toch willen wij hier middels deze reactie de nodige nuance in aanbrengen.

O21 heeft vanaf 2012 ervaring op klas-, school- en bestuursniveau met de meest uiteenlopende begeleidingsvragen rondom de inzet van adaptieve digitale leermiddelen zoals Snappet. We herkennen de kritische houding van dhr. Van Dongen en mevr. Voogt, juist ook binnen al die lagen in de onderwijspraktijk. Reflectie op ‘wat werkt’ draagt bij aan significante verbetering van het onderwijs. Een middel bekijken vanuit onderwijskundig perspectief voorkomt dat de leraar ‘buitenspel komt te staan’.  Een kritische en doordachte blik op de mogelijkheden en inzet van adaptieve software zorgt er voor dat niet het middel, maar de leerkracht met de juiste tools de kern wordt van ‘hogere leeropbrengsten’.

Onderzoek in context

De hoogleraren benadrukken het nog ‘relatief beperkte’ onderzoek naar de effecten bij de inzet van Snappet. Zij beschrijven dat er marginale, kleine positieve effecten zijn gevonden, waarbij met name op rekengebied de 20% cognitief sterkste leerlingen van die effecten lijken te profiteren. Dit laatste is goed te verklaren, wanneer we niet naar het middel kijken maar naar de onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Voor hen ontstaat de mogelijkheid te versnellen op de leerlijn. Zij kunnen zelfstandig (of onder begeleiding van de leerkracht) keuzes en ‘kilometers maken’. De software ondersteunt dit bijvoorbeeld door clustering van leerdoelen op persoonlijk niveau. Ook wordt de moeilijkheidsgraad van de verwerkingsopdrachten toegespitst op de vaardigheid van de leerling, waarbij er een forse hoeveelheid opdrachten beschikbaar is. In dat specifieke opzicht zal het papieren werkboek weinig tegenargumenten in de weegschaal kunnen leggen.

Daarnaast spelen er bij de inzet van adaptieve digitale leermiddelen meer factoren mee die van invloed zijn op de resultaten, zoals de kwaliteit van de instructie, de mate van begeleiding, het bespreken van resultaten en metacognitieve vaardigheden.

We hopen uiteraard net als de auteurs van het artikel, dat toekomstig onderzoek de effecten van dergelijke software goed zal blijven monitoren en de reflectie binnen alle onderwijslagen zal blijven voeden.

Het middel en het doel

Joke Voogt en Jeroen van Dongen stellen ook een aantal cognitieve en onderwijskundige aspecten van de software aan de orde, die de nodige kanttekeningen behoeven.

Snappet is een webbased softwareomgeving, met ook een vertaling naar eigen tablets. De verwerking gebeurt dus (met name) op tablets en Chromebooks. Dit betekent echter niet dat het leerproces zich beperkt tot die digitale middelen. Ja, schrijven en lezen faciliteren andere leerprocessen dan swipen en typen. Ja, feedback is meer dan goed/fout en ja, instructie met concrete materialen is krachtiger dan ‘onderwijs dat blijft hangen in automatisering’. Een goede balans in het leerproces faciliteren is één van de kerntaken van het onderwijs.

In dit diagram splitsen we Snappet in middelen en mogelijkheden voor onderwijsinhoud.

Leerkrachten, intern begeleiders en schoolleiders lijken zich hier door de gerichte keuze voor een digitaal adaptief leermiddel juist meer dan ooit bewust van te zijn. Verschillende middelen worden in de instructiemodellen geïntegreerd.  Snappet is daarbij één van die middelen, met name bij de verwerkingsfase van een les. Zo kunnen bijvoorbeeld een mondeling dictee, een ‘uitrekenschrift’ voor de oplossingsstrategieën, een wisbordje of een rekenrek bij een instructie, gezamenlijk wél de nodige meerwaarde in de weegschaal leggen.

Wanneer je objectief naar het leermiddel Snappet kijkt kun je deze in twee componenten verdelen: die van de middelen en die van de (onderwijs)inhoud.

Betekenisvolle inzet

Het dashboard van Snappet geeft real time een gedetailleerd overzicht van de vorderingen van elke leerling. Dit maakt het mogelijk om zowel op individueel als op groepsniveau inzicht te krijgen in het leerproces van de leerlingen en hier gericht op te sturen. Deze zogenaamde Learning Analytics vullen ons menselijke observatievermogen goed aan. Elke dag 30 rekenschriftjes nakijken en hier vervolgens op leerdoelniveau (en dat zijn er honderden) een analyse op los laten is geen sinecure.

Bij traditionele ‘papieren’ methodes doen we dit alleen op toetsmomenten. Bij Snappet is elke opgave als het ware een toets. Dit stelt leerkrachten in staat om formatief te evalueren: het cyclische proces van leerdoelen vaststellen, de groei en vorderingen in kaart te brengen, feedback te geven en vervolgstappen te formuleren. Een continu proces, in plaats van een periodieke meting.

Uiteraard is het essentieel om de leerling hierbij te betrekken. Snappet geeft leerlingen de mogelijkheid om op elk gewenst moment hun vorderingen te bekijken. Ze krijgen direct feedback op taakniveau (het goed/fout van hun antwoord) en kunnen zien welke doelen ze beheersen en waar ze nog aan moeten werken. Voor feedback op het proces, de oplossingsstrategie, werkhouding en zelfregulering is de observatie en begeleiding van de leerkracht onontbeerlijk.

De leerkracht stelt doelen, richt hiervoor een rijk en activerend onderwijsaanbod is, monitort de voortgang en bespreekt dit met de leerling. Snappet faciliteert in dit proces en zo raken we op een krachtige manier de ‘samenwerking’ tussen mens en computer: van data naar doen.

Wanneer adaptieve leermiddelen als Snappet of Gynzy Verwerking een beredeneerde en bewuste plek in ons onderwijs vinden, met een duidelijke visie en pedagogisch, didactisch en instrumenteel vaardige gebruikers – dan zullen de leeropbrengsten meetbaar vooruitgaan en staat de leerkracht niet buitenspel, maar is de leerkracht juist optimaal aan zet!

Een bijdrage van Karen Paardekooper-Lim en Nico Meijer


[1] ‘Laat de leraar niet buitenspel zetten door reken-app’ – Jeroen van Dongen & Joke Voogt – 9 april 2019